woensdag 19 november 2008

Teute kip?

Toen ik dinsdagochtend de kippen ging voeren liep één van de kippen te wankelen alsof ze eerder die ochtend een halve fles jenever achterover had geslagen. Dat kon niet zo zijn, dat wist ik vrijwel zeker, maar toch ging kip pootje over de bocht door en wiebelde van voor naar achter alsof ze gruwelijk dronken was.
Om toch een beetje stabiel te te zijn ging ze maar op haar kippenkontje zitten eten. Gelukkig, ze at tenminste wel. Wat was er toch met kipje aan de hand?
Ik zag het niet zo zitten om met haar naar de dierenarts te gaan, want de kans was aanwezig dat we dan - als we aan de beurt waren - de doos met de kip open zouden doen en dat de kip dan aan de stress was bezweken ofzo.
Dus 's middags tijdens het spreekuur de dierenarts gebeld en de symptomen omschreven. "Tsja", zei Jacques (de dierenarts). "Heeft ze iets gegeten wat is gaan gisten misschien?"
Maar de kippen hadden geen fruit gegeten, alleen maar legkorrels en graan.
"Dan kan het coccidiose zijn, of de ziekte van ......, of misschien wel........", somde Jacques op. "Kun je een beetje ontlasting opvangen en langsbrengen? Als je er een kwartiertje bij gaat zitten, zul je zien dat ze wel iets laat vallen. Als je dat vanmiddag nog bij de praktijk in de bus dropt en me dan even belt, dan onderzoek ik het zo snel mogelijk."
Dus ik ging met een boterhamzakje richting kippenhok. De kippen en haan keken me verbaasd aan en gingen mompelend in de andere hoek van het hok zitten. Ze zijn nogal argwanend van aard. Wij hebben ze nog nooit iets gedaan, alleen maar eten en water gegeven en hun hok verschoond en toch vertrouwen ze ons voor geen meter.
Ik bleef geduldig wachten tot 'teute kip' een poepje deed, maar die hield angstvallig haar billen tegen elkaar. Zelfs de andere kippen en de haan lieten niks vallen. Zo zat ik daar een minuut of tien, maar nee hoor, niks. Hmmmm. Ik zei bemoedigend: "pfflrrt pfrt", en "pwt!" In de hoop dat die windgeluiden inspirerend zouden werken, maar nee.
Hans kwam kijken waar ik bleef.
"Hoe lang zit ik hier al?", vroeg ik.
"Minuut of twintig toch al wel", zei Hans.
"Nou, ik geef het op. Kip doet toch niks als ik zit te kijken."
En nét toen ik opstond en weg wilde lopen deed kip een poepje. Hiephoi. Ik deed het poepje in het zakje en sprong in de auto om het naar de praktijk te brengen. Daar deponeerde ik het zakje op de afgesproken plaats en belde Jacques.
"Ha, is het gelukt?", vroeg die verheugd. "Zie je wel, een kwartiertje zitten en...."
"Nou, meer twintig minuten en een hoop dreigementen later, bedoel je."
"En die kip maar denken, ik móet zo nodig, maar ik kán niet als er iemand zit te kijken", grinnikte Jacques. "Als ik weet wat het is bel ik je wel."
's Avonds ging de telefoon.
"Hoi, met Jacques. Coccidiose waarschijnlijk. Kom morgen maar een middeltje halen wat je in het water kunt doen. Alle kippen moeten dan wel behandeld worden."

Dus ben ik vanmiddag weer naar de praktijk gereden en heb medicijnen voor 'teute kip' en de rest opgehaald. "Alle kippen moeten daarvan drinken hoor", zei Jacques.
"Ik zal het ze vertellen."
"En dan moet je over een week weer een kwartiertje zitten........", grinnikte hij. "Dan moeten we even kijken hoe de ontlasting er dan uit ziet."

Dus.....ik heb het kippenvolk voorzien van water met doping, gezegd dat ze er allemaal van moeten drinken, en nu maar hopen dat kip snel weer rechtdoor loopt i.p.v. als een dronken lor over d'r eigen pootjes struikelend door het hok wankelt.
Zo zielig.
En dan ga ik over een week maar weer een kwartiertje (of langer) in het kippenhok zitten.
Neem ik wel een stoeltje mee.

donderdag 6 november 2008

Een stressdag!

Wat een dag!

Ik was al vanaf 7 uur 's ochtends in touw, want mijn ouders zouden komen en mijn moeder heeft een kritische blik, dus ik wilde dat het huis een tikkeltje toonbaar zou zijn.
Om 9 uur zet ik altijd de paarden buiten, geef ze water, geef de varkens water en dan ga ik uitmesten. Zo ook nu. Ik zette de paarden in de bak en toen hoorde ik een enorm lawaai bij het kippenhok van de buren. Daar was echt grote paniek uitgebroken, dus ik worstelde me door de struiken om te kijken wat er aan de hand was.
Er zat een grote sperwer in hun kippenren. De buren hebben een deel van een schuurtje als kippen- c.q. konijnenhok en hebben daaraan een langwerpige ren gebouwd die langs onze erfgrens loopt. De kippen kunnen door allerlei gaten onderin het gaas richting onze tuin, vandaar dat ze eigenlijk altijd bij ons rondscharrelen.
Nu waren ze dus aangevallen door een sperwer, door zo'n gat de ren ingevlucht en de sperwer was erachteraan gegaan. De kippen waren nergens te bekennen, behalve ééntje die door de sperwer was gepakt en geplukt en dood in haar blootje in de ren lag. En de sperwer vloog in paniek steeds tegen het gaas aan.
Moos, onze kleine zwarte kater, was met me meegelopen door de struiken en stond naast me naar die grote rondvliegende en krijsende vogel te kijken. Machtig interessant natuurlijk, dus hij glipte ook door het gat de ren in. Toen zaten daar dus mijn lieve kleine Moos, een kale dooie kip en een sperwer-in-paniek in de kippenren.
Shit!
Ik zag het al helemaal voor me. Moos die de sperwer probeerde te vangen en de sperwer die Moos aanviel........Dat moest allemaal maar niet gebeuren. Die sperwer moest úit die kippenren. Maar hoe?
Ik probeerde het kippengaas van het dak van de ren los te peuteren, zodat ik dat om kon vouwen en dat de sperwer eruit kon vliegen. Maar dat lukte niet goed.
Dus ik kroop terug door de bosjes en rende naar de tuin van de buren (da's best een eind rennen) om te kijken of daar ergens een deurtje in de ren zat dat ik open kon zetten.
Onderweg moest ik een poort en drie hekjes door die allemaal open en weer dicht moesten. Nu zie ik eindelijk het nut van hordenlopen in. Vond het altijd een vreemde sport, maar ik had het graag goed gekund nu want ik werd gek van al die hekjes onderweg.
Ben trouwens nog wel over twee buxushaagjes gesprongen!
In de kippenren zat inderdaad een deur, maar de ren is een ingenieuze constructie die in de loop der tijden steeds een stuk is uitgebreid en die deur kwam niet uit op het gedeelte waar de sperwer rondvloog en Moos inmiddels de dooie kip had ontdekt en daarmee aan het rondslepen was.
Ik probeerde aan de buurkant een stuk van het dak los te peuteren. Dat lukte al beter, ik kon een groot stuk terugvouwen, maar hoe kon ik de sperwer duidelijk maken dat hij daardoor kon ontsnappen.
Want als ik dáár stond waar het gat was, zat de sperwer helemaal aan het andere eind van de ren en andersom. Maar de sperwer zag het gat niet, dus fladderde nog steeds in paniek rond, rakelings over Moos heen.
Dit ging niet werken.
Ik had hulp nodig.
Miranda! Een buurvrouw twee huizen verder. Die was thuis vandaag wist ik toevallig. Dus ik rende weer door alle hekjes en over heggetjes de tuin uit, richting het huis van Miranda. Die was in de kamer aan het stofzuigen en keek op toen ik bij hun de oprit op rende en zwaaide blij.
Ik wees driftig naar haar voordeur. Toen ik bij de deur was zwaaide die open. "Hee hoi", zei Miranda vrolijk. "Wat gezellig. Ik had jullie al gemist (ze was jarig geweest, maar wij waren door ziekte en drukte niet langs geweest). Ik krijg straks allemaal vriendinnen op visite, dus ik dacht maar even de modderpoten van de hond wegzuigen. Heb je al gehoord dat de kat van de buren dood is? Aangereden! Bepbepbepblablabla......"
Hijgend hing ik tegen de deurpost (want snotverkouden en ziek geweest, dus niet in topconditie). "Nee Miranda, je móet me even helpen, er zit een sperwer in Bert z'n kippenren!"
En bovendien stond die op het punt míjn kat te vermoorden.
"O? Wacht, ik pak m'n jas!"
En 'gezellig' beppend liep ze met me mee richting Bert z'n tuin.
De sperwer zat inmiddels een tikkeltje uitgeput in een hoekje van de ren en Moos had z'n aandacht van de dooie kip naar de grote roofvogel verlegd. Vol belangstelling en akelig dichtbij zat hij te overwegen hoe hij het best de aanval in kon zetten.
"Hee", zie Miranda. "Daar zit ook een kat van jullie toch? Goh, wat is die al groot geworden. Gaat het goed met ze? JEETJE, wát is dát?", toen ze ineens de sperwer zag.
"Ja, dát is dus die sperwer."
"O? Goh, wat een joekel. OOOoooww, en wát is dát?", toen ze de dooie blote kip ontdekte. "Gatverdarrie!"
"Ja, dát is dus een dooie kip. Dat heeft die sperwer gedaan."
"O ja? O bah!"
"Jaha, maar nu moet die sperwer uit die ren. Ik heb dáár een gat in het dak gemaakt, maar we moeten proberen hem daarnaartoe te jagen."
"O ja. OK. Wacht, volgens mij zit er nog een deurtje aan het andere eind van de ren. Misschien kunnen we dat open zetten." Briljante Miranda. Ik had dat deurtje nog niet gezien.
Maar het deurtje zat met allerlei ijzerdraadjes dichtgebonden en dat kregen we in de gauwigheid niet open.
Ondertussen bepte Miranda gezellig door over de hamster van Bert die ze in de vakantie had moeten verzorgen en dat ze het deurtje open had laten staan, hamster ontsnapt en uiteindelijk geëlektrocuteerd omdat 'ie een snoertje had doorgebeten.
Goed verhaal hoor, maar ik had er even geen zin in met al dat spannende gedoe in die kippenren.
"En straks staan m'n vriendinnen voor de deur en ik was nog niet klaar en....."
"Dacht je dat ík hier tijd voor heb? Mijn ouders komen straks, ik moet met m'n vader vanmiddag naar Visio in Haren, ik moet nog uitmesten......!"
Toen we weer richting de sperwer liepen bedacht die opeens dat 'ie via dezelfde weg waarlangs hij de ren ín was gekomen er ook weer úit kon, dus die hipte richting het gat en vloog naar buiten.
Gelukkig.
Miranda ging weer naar huis, verder met stofzuigen. En ik ging de gaten die ik in het dak had gemaakt maar weer dicht prutsen.
Toen ik eindelijk ook naar huis kon en nog een keer omkeek naar de sperwervrije ren, zag ik dat Moos weer met de dooie kip aan het slepen was.
Dus rende ik weer naar de ren en huppelde armzwaaiend als een gek op en neer, ondertussend ksssjt-geluiden makend, waarop Moos mij aankeek en dacht: die is duidelijk volkomen doorgedraaid, laat ik maar maken dat ik wegkom, straks is ze nog gevaarlijk, en ook door het gat terug naar onze tuin glipte.
Ik rende weer door alle hekjes en over heggetjes ook naar onze tuin, want daar stond bij het haardhout nog een wijnkistje. Als ik dáár die kip nou in kon leggen - dan hadden we cocq-au-vin. Nee, zonder gekheid, dan kon ik de kip buiten katbereik zetten misschien.
Dus ik met het kistje weer over de heggetjes, door de hekjes, richting kippenren. Peuterpeuterpeuter aan het deurtje dat ik uiteindelijk openkreeg, kip opgepakt en in het kistje gelegd, uhm, wáár moest ik dat kistje nou weer neerzetten. In het schuurtje, niet bij de rest van de bibberende kippen natuurlijk, maar in de andere schuurhelft. Ik trok de deur open, het was alsof er een tornado in het schuurtje had gewoed. Grote zooi.
Nee, daar kon ik de dooie kip ook niet neerzetten. Tegen het schuurtje stond een groot, leeg konijnenhok. Ik zette het kistje op het dak van het konijnenhok.
Tsja...dat ging natuurlijk ook niet werken. Want er zat geen deksel op het kistje, dus de kip lag daar niet echt buiten katbereik.
Ik trok maar weer een sprintje richting onze tuin, grabbelde wat plankjes bij elkaar, rende naar binnen en schreef met viltstift "pas op! dooie kip, nogal gruwelijk" op een plankje, rende weer naar de buren, legde de plankjes op het kistje, liep naar Miranda, die allemaal kaarsjes aan het aansteken was - het zag er erg gezellig uit en ik moest goddorie nog uitmesten enzo - en vertelde wat ik met de kip had gedaan.
Miranda zou het aan Bert vertellen, want die zou 's middags toch bij hun komen.

Hehe. Toen kon ik naar huis, de paarden water geven, de varkens water geven, de stallen uitmesten, de kattenbakken verschonen, de was doen en toen ging de bel en stonden mijn ouders voor de deur. Mooi op tijd voor de koffie. Pfffffffffff.

Wat een stress!

zaterdag 1 november 2008

Ziek?

Wat is eigenlijk de definitie van ziek?

Ik vind dat ik niet ZIEK ben, maar ik functioneer gewoon even niet normaal.
Trap op - buiten adem - trap af - effe zitten.
En ik moet natuurlijk niet wagen me zonder zakdoekjes door het huis te verplaatsen.
Ben ik nét bij de badkamer, moet ik weer een sprintje trekken richting de kamer want daar ligt de voorraad snotlapjes.
Wil ik met de honden de tuin door of de paarden en de varkens voeren, stop ik eerst al mijn zakken vol met papieren zakdoekjes en dan slof ik van boom naar boom, zodat ik af en toe even een steuntje heb om tegen aan te leunen. En dan vol goeie moed en snot weer verder sloffen.
En natuurlijk ben ik mijn stem kwijt, maar dat is niks nieuws. Weerstand omlaag, stem verdwenen. Bah.
Normaal snoep ik nooit. Nou ja, af en toe een stukje (of een stuk, dat ligt aan de tijd van de maand zeg maar) chocola, maar dat is het dan wel. Nu stop ik me vol met dropjes en citroenzuurtjes met medicinale bijwerkingen in de hoop dat het in ieder geval de keel verzacht (dat beloven ze wel op de verpakking van de zuurtjes) en dat zo mijn stem misschien geen zes weken weg is. You never know en je moet toch wát.
Resultaat is waarschijnlijk een torenhoge bloeddruk van al die drop, maar dat zien we dan wel weer. Ik heb het idee dat het voor mijn keel wel goed is. Die voelt inmiddels niet meer aan alsof ik Hans z'n voorraad spijkers en schuurpapier heb doorgeslikt.
O ja, en koppijn heb ik ook.
En Hans kijkt me medelijdend aan en zegt: "Goh, het gaat echt niet goed met je he?"

Maar echt ZIEK ben ik niet!
Want ik lig niet in bed.
Dus!